Welke 10 fouten mag jij van jezelf maken?

Een blog over stoppen met labels plakken en jezelf straffen bij fouten maken

Tijdens een training gisteren legde ik iets uit. Mijn handgebaren waren tegenstrijdig met wat ik vertelde. Ik voelde zelf dat het niet klopte en zag dat een van de deelnemers het ook waarnam. Nog niet zo lang geleden zou ik me door zo’n ‘fout’ echt uit het veld hebben laten slaan.

Nu benoemde ik wat er gebeurde, en dat kon ik gelijk als voorbeeld gebruiken. De training ging over effectieve communicatie, dus ik kon mooi laten zien wat het betekent als iemand niet congruent is in wat hij of zij zegt en doet.

Kortom, ik wist er een positieve draai aan te geven, maar dat is alleen mogelijk doordat ik mijn overtuigingen heb losgelaten over wat ‘goed’ en ‘fout’ is.

Stoppen met labels plakken

We zijn snel geneigd om ergens een label op te plakken. We denken vaak in termen van ‘dit ging goed’ en ‘dat ging fout’. We doen het zelfs vaak zo automatisch dat we er geen erg in hebben.

Gisteren, tijdens diezelfde training, haalde een van de deelnemers, een directeur, meerdere malen voorbeelden aan waarin ze naar eigen zeggen ‘fout’ had gehandeld. Zeker in die situaties waarin ze emotioneel werd, bijvoorbeeld geïrriteerd, boos of gekwetst. En uit de manier waarop ze dit vertelde, werd duidelijk dat ze zich niet bewust was hoe ze labels plakte.

Laat de termen ‘goed’ en ‘slecht’ los

Goed en slecht bestaan niet. Er bestaat alleen ‘wenselijk’ en ‘onwenselijk’, of ‘wat ons dient’ en ‘wat ons niet dient’. Deze waarden zijn voor ieder mens anders.

Zwart-wit denken (goed/slecht) dient je niet, als je het mij vraagt. Alles heeft twee kanten, soms heeft een gebeurtenis misschien wel tien kanten. Wie bepaalt wat goed is en wat slecht is? Lees ook mijn blog ‘Wat hokjes en waarden met elkaar gemeen hebben, of juist niet’.

Iedere keer wanneer je tegen jezelf zegt dat je iets fout doet, gebeurt er iets bijzonders in je brein. Je voedt jezelf met negatieve gedachten.

Daar heb je zelf last van, en zeker ook in relatie tot anderen is dit niet helpend.

Met 2 maten meten

In de psychologie bestaat zoiets als de fundamentele attributiefout. Dat betekent dat de manier waarop wij oorzaken voor bepaald gedrag aanwijzen nogal krom is. Als het om oorzaken van ons eigen gedrag gaat, wijzen we al snel naar de situatie. Gaat het echter om het gedrag van een ander, dan houden we daar zijn of haar karakter verantwoordelijk voor.

Als we zelf een fout maken, komt dat bijvoorbeeld doordat we die nacht amper geslapen hebben (situationeel). Maakt een ander fouten? Dan wijzen wij die oorzaak toe aan de persoon zelf (karakter).

Straf jezelf niet als je in fouten denkt

Maar hoezo fouten? Jij doet minder fout dan je denkt, en dat geldt ook voor de ander!

Je doet het niet fout. Je bent aan het leren, je groeit! Het is geweldig dat je je eigen gedachten opmerkt: dat is een essentiële stap in groeien in meesterschap.

Verrassende vraag voor een andere kijk op fouten

Vorige week was ik op bezoek bij Christine Swart, managing director van Women INC. Zei vertelde over een inspirerende lezing die ze van wethouder Van As hoorde. Van As stelde zichzelf de vraag: welke tien fouten mag jij van jezelf maken?

Dit vind ik een mooie vraag die je zelf ruimte geeft om te experimenteren. Te vallen en weer op te staan. Te leren. Succes is één keer meer opstaan dan je gevallen bent.

Neem tien minuten en schrijf voor jezelf  ‘jouw 10 fouten’ op. Ik ben benieuwd naar de mooie verhalen en anekdotes die hier uit voortkomen. Deel ze en inspireer anderen met jouw ‘fouten’!

 

Groeien in meesterschap deel 1: focus jij op leren of presteren?

Groeien in meesterschap door leren in plaats van presteren

Het nastreven van meesterschap is tegenwoordig essentieel om te kunnen functioneren in de hedendaagse economie. Meesterschap is een mindset. Het vergt inspanning, doorzettingsvermogen, passie en doelbewuste oefening. Kun je het ooit volledig bereiken? Dat lijkt mij vrijwel onmogelijk én juist dat maakt het zowel frustrerend als buitengewoon aantrekkelijk.

Hoe vaak vraag jij jezelf af: ben ik nu aan het leren of ben ik bezig met presteren?
Vaak gaan we helemaal op in onze dagelijkse bezigheden en zijn we het merendeel van onze tijd bezig met het behalen van (omzet)doelstellingen en zijn we ons niet (of onvoldoende) bewust van hoe we de dingen doen die we doen. Hoe vaak stap je eigenlijk uit je comfort zone om te leren om de dagelijkse dingen slimmer, sneller of handiger te doen?

Je geloof is bepalend

De wereldberoemde hoogleraar psychologie Carol Dweck van Stanford University is voor mij een waardevolle bron van inspiratie. Zij doet al bijna veertig jaar onderzoek naar motivatie en prestaties bij kinderen en jongvolwassen. Het belangrijkste uitgangspunt van haar werk is dat datgene wat mensen geloven, bepalend is voor wat zij bereiken. Onze opvattingen over onszelf en over wat wij denken te kunnen zijn bepalend voor de manier waarop wij ervaringen beoordelen en voor de grenzen aan wat wij kunnen bereiken.

Je hoeft niets te bewijzen

Dweck maakt daarbij een onderscheid tussen leer- en prestatiedoelstellingen. Een hoog cijfer halen voor je Frans is een prestatiedoelstelling. Frans willen kunnen spreken, is een leerdoelstelling. ‘Met een leerdoelstelling hoeven leerlingen niet het gevoel te hebben dat ze al goed in iets zijn om vol te houden en te blijven proberen. Het is immers hun doel om te leren, niet om te bewijzen dat ze slim zijn.’ Leerdoelstellingen leveren motivatie om jezelf te blijven verbeteren en te groeien in meesterschap. Gaat het dan vanzelf? Nee…

Meesterschap vraagt inspanning

Inspanning is een van de dingen die het leven betekenis geven’, zegt Dweck. ‘Inspanning wil zeggen dat je ergens om geeft, dat iets belangrijk voor je is en dat je bereid bent om ervoor te werken’.
Juist de zaken waar je moeite voor moet doen, leveren je extra voldoening op. Voor mij was het schrijven van mijn boek Puur Meesterwerk een bezigheid die veel tijd en inspanning vergde. Maar omdat het zo belangrijk voor mij was, stond ik daar nauwelijks bij stil. Het schrijven was voor mij vooral een boeiende periode van leren, over mezelf én van de ervaringen van anderen.

In vijf stappen dichter bij meesterschap

Een van de sleutels tot meesterschap is wat Anders Ericsson, hoog­leraar psychologie aan de Florida State University, ‘doelbewuste oefening’ noemt – een ‘levenslange periode van inspanning om je prestaties op een specifiek terrein te verbeteren’. Doelbewus­te oefening is niet elke dag een paar kilometer rennen of elke och­tend twintig minuten op de piano spelen. Het is veel doelgerich­ter en, ja, veel intensiever. Wanneer je de volgende vijf stappen volgt wordt je langzaam maar zeker meer meester in jouw vakgebied of activiteit.

  1. ‘Doelbewuste oefening is een kwestie van variatie aanbrengen in je prestaties, nieuwe doelstellingen formuleren en uit alle macht je best doen om telkens weer net iets verder te komen.’
  2. Herhalen, herhalen, herhalen. Herhaling is belangrijk. Basket­baltoppers nemen geen tien vrije worpen aan het eind van een teamtraining; ze nemen er duizend.
  3. Probeer voortdurend kritische feedback te krijgen. Als je niet weet hoe je het doet, weet je ook niet wat je moet verbeteren.
  4. Stort je vol overgave op datgene waarbij je hulp nodig hebt. ‘Veel mensen werken aan dingen waar ze al goed in zijn’, zegt Ericsson, ‘maar.. diegenen die beter worden, werken aan hun zwakheden.’
  5. Bereid je erop voor dat het proces mentaal en fysiek uitputtend is. Dat is de reden waarom zo weinig mensen zich erop toeleg­gen, maar het is ook de reden waarom het werkt.


Geloof er in en zet door!

Vind jij datgene waarin jij wilt groeien absoluut de moeite waard? Ben jij bereid om de prijs en inspanning te leveren die het vraagt? Geloof jij in jouw eigen kunnen? Zet dan door, ook al verklaart jouw omgeving je misschien voor gek. En onthoud dan dat doelbewuste oefening één doel heeft: je prestaties verbeteren.

Volgende keer Groeien in Meesterschap deel 2: generalist of specialist?