Tijdens een training gisteren legde ik iets uit. Mijn handgebaren waren tegenstrijdig met wat ik vertelde. Ik voelde zelf dat het niet klopte en zag dat een van de deelnemers het ook waarnam. Nog niet zo lang geleden zou ik me door zo’n ‘fout’ echt uit het veld hebben laten slaan.
Nu benoemde ik wat er gebeurde, en dat kon ik gelijk als voorbeeld gebruiken. De training ging over effectieve communicatie, dus ik kon mooi laten zien wat het betekent als iemand niet congruent is in wat hij of zij zegt en doet.
Kortom, ik wist er een positieve draai aan te geven, maar dat is alleen mogelijk doordat ik mijn overtuigingen heb losgelaten over wat ‘goed’ en ‘fout’ is.
Stoppen met labels plakken
We zijn snel geneigd om ergens een label op te plakken. We denken vaak in termen van ‘dit ging goed’ en ‘dat ging fout’. We doen het zelfs vaak zo automatisch dat we er geen erg in hebben.
Gisteren, tijdens diezelfde training, haalde een van de deelnemers, een directeur, meerdere malen voorbeelden aan waarin ze naar eigen zeggen ‘fout’ had gehandeld. Zeker in die situaties waarin ze emotioneel werd, bijvoorbeeld geïrriteerd, boos of gekwetst. En uit de manier waarop ze dit vertelde, werd duidelijk dat ze zich niet bewust was hoe ze labels plakte.
Laat de termen ‘goed’ en ‘slecht’ los
Goed en slecht bestaan niet. Er bestaat alleen ‘wenselijk’ en ‘onwenselijk’, of ‘wat ons dient’ en ‘wat ons niet dient’. Deze waarden zijn voor ieder mens anders.
Zwart-wit denken (goed/slecht) dient je niet, als je het mij vraagt. Alles heeft twee kanten, soms heeft een gebeurtenis misschien wel tien kanten. Wie bepaalt wat goed is en wat slecht is? Lees ook mijn blog ‘Wat hokjes en waarden met elkaar gemeen hebben, of juist niet’.
Iedere keer wanneer je tegen jezelf zegt dat je iets fout doet, gebeurt er iets bijzonders in je brein. Je voedt jezelf met negatieve gedachten.
Daar heb je zelf last van, en zeker ook in relatie tot anderen is dit niet helpend.
Met 2 maten meten
In de psychologie bestaat zoiets als de fundamentele attributiefout. Dat betekent dat de manier waarop wij oorzaken voor bepaald gedrag aanwijzen nogal krom is. Als het om oorzaken van ons eigen gedrag gaat, wijzen we al snel naar de situatie. Gaat het echter om het gedrag van een ander, dan houden we daar zijn of haar karakter verantwoordelijk voor.
Als we zelf een fout maken, komt dat bijvoorbeeld doordat we die nacht amper geslapen hebben (situationeel). Maakt een ander fouten? Dan wijzen wij die oorzaak toe aan de persoon zelf (karakter).
Straf jezelf niet als je in fouten denkt
Maar hoezo fouten? Jij doet minder fout dan je denkt, en dat geldt ook voor de ander!
Je doet het niet fout. Je bent aan het leren, je groeit! Het is geweldig dat je je eigen gedachten opmerkt: dat is een essentiële stap in groeien in meesterschap.
Verrassende vraag voor een andere kijk op fouten
Vorige week was ik op bezoek bij Christine Swart, managing director van Women INC. Zei vertelde over een inspirerende lezing die ze van wethouder Van As hoorde. Van As stelde zichzelf de vraag: welke tien fouten mag jij van jezelf maken?
Dit vind ik een mooie vraag die je zelf ruimte geeft om te experimenteren. Te vallen en weer op te staan. Te leren. Succes is één keer meer opstaan dan je gevallen bent.
Neem tien minuten en schrijf voor jezelf ‘jouw 10 fouten’ op. Ik ben benieuwd naar de mooie verhalen en anekdotes die hier uit voortkomen. Deel ze en inspireer anderen met jouw ‘fouten’!